Documentaire ‘Toen de Arabieren nog dansten’ bekeken door de leerlingen van de Nederlandstalige secundaire scholen

Aan het eind van het vorige schooljaar had de stad Brussel alle leerlingen in het 5de jaar van de Franstalige secundaire scholen een filmdebat rond de documentaire “Au temps où les Arabes dansaient” (‘Toen de Arabieren nog dansten’) aangeboden. Een documentaire van Jawad Rhalib over hedendaagse dansers en kunstenaars met een Arabische achtergrond en met name bekroond op de Brussels Art Film Festival.

Vorige maand was het aan de leerlingen van de Nederlandstalige secundaire scholen en de studenten van de Hogeschool Francisco Ferrer (HEFF), ongeveer 700 in totaal, die van deze vertoning en van de ontmoeting met de regisseur (en/of medewerker) konden genieten.

De leerlingen van het Instituut Anneessens-Funck en het Hoofdstedelijk Atheneum Karel Buls zagen de film in de Nederlandstalige versie en konden dankzij de leerkracht die zorgde voor de animatie en vertaling deelnemen aan de ontmoeting in het Nederlands.
Zoals één van de studenten aan het eind van de voorstelling zelf opmerkte, geeft de film stof tot nadenken, verschillende meningen kwamen aan bod. Het zou meer tijd hebben gevraagd om een ​​echte discussie in gang te brengen, maar de aanzet werd gegeven en dit zal verder in de klas worden besproken, met behulp van de eerste indrukken die zijn uitgewisseld met alle leerlingen van het derde jaar en met de regisseur. Twee geweldige kansen die een volledige betekenis gaven aan een schoolvoorstelling in een grote groep.

Img

Alvorens ze de film zagen, hadden de studenten van de Pedagogische afdeling van de Hogeschool Francisco Ferrer (HEFF) aan bepaalde thema’s aandacht besteedt tijdens hun lessen Filosofie, Geschiedenis, Wetenschappen, Psychomotoriek,... Ze kregen de opdracht om op verschillende manieren te bekijken hoe een dergelijke documentaire te integreren in een leersequentie of in een transversale activiteit bedoeld voor oudere kinderen of jonge adolescenten.
Tijdens de ontmoeting met de regisseur drongen hun docenten ertoe aan om hun denken te verruimen over de rol van de leerkracht buiten zijn vak, over het toegewijd karakter van neutraliteit, over het belang om onze leerlingen vanaf jonge leeftijd zo snel mogelijk vertrouwd te maken met alle aspecten van cultuur, vooral lichamelijke en artistieke expressie. Meer dan een debat, een reflectie over de middelen waarover we beschikken, als regisseur, leerkracht, burger,... om individuele vrijheden te bevorderen.

Deze uitwisselingen en de langetermijndenken die daarop volgde, zouden niet mogelijk zijn geweest zonder de betrokkenheid van de directies, coördinatoren en vrijwillige leerkrachten die de film vooraf hadden bekeken, collectief de exploitatie ervan hadden voorbereid en de uitwisseling met de regisseur hadden geleid, zodat elke voorstelling zowel een feestelijk als betekenisvol moment in de opleiding van de leerlingen en studenten betekent. In dit pedagogisch instrument waren de finesse en de beschikbaarheid van de regisseur belangrijke troeven. Een geweldige samenwerking om verder te zetten.

Gemaakt 10/01/2020 (bewerkt op 10/01/2020)